Creatieve AI: hoe lang nog een miskend genie?

29 maart 2022 | AI, Auteursrecht, Intellectuele Eigendom

Computers ondersteunen de menselijke creativiteit. Ze nemen repetitieve taken van ons over, of ze geven ons een helpende hand door hun eindeloze rekenkracht. Zo is het tot nog toe steeds geweest: de programmeur als meester van de code.

Maar wat als die verhoudingen op hun kop gezet worden? Wat als de rol van de mens in de creatieve keuzes verwaarloosbaar wordt, of zelfs verdwijnt? En de computer zelf gaat creëren?

Met Artificiële Intelligentie (AI) betreden we een innovatieve, disruptieve denkwereld, die in schril contrast lijkt te staan met de logge traagheid van de regelgever. Kan de output van een AI-systeem bescherming genieten onder het auteursrecht? En wie is dan die auteur?

Steven Thaler, de AI-activist

Anders dan in België, kan je in de Verenigde Staten je werk laten registreren. Het hoeft niet, maar het kan wel, en biedt dan een zeker voordeel in geval van een rechtszaak. Je kan dan namelijk aanspraak maken op statutory damages, wettelijk vastgelegde schadevergoeding. Deze liggen erg hoog en zijn dus vaak interessanter dan je werkelijk geleden schade.

Enkele jaren geleden diende Steven Thaler op die manier een aanvraag in om een auteursrecht te registreren. Het voorwerp was een computergegenereerde afbeelding die autonoom werd gecreëerd door een computeralgoritme, de “Creativity Machine“.

We schreven eerder al over de pogingen van Thaler om een octrooi te verkrijgen waarin een AI-machine als uitvinder wordt genoemd. Deze aanvragen werden in de US, UK en Europa verworpen, maar in Zuid-Afrika en Australië toegekend!

A Recent Entrance to Paradise

De afbeelding, getiteld “A Recent Entrance to Paradise”, vertegenwoordigt een “gesimuleerde bijna-dood ervaring”. Hier heeft het algoritme foto’s opnieuw verwerkt om hallucinerende beelden op te wekken bij het creëren van een fictief verhaal over het hiernamaals.

De aanvraag werd door de U.S. Copyright Office Review Board afgewezen omdat het ontbrak aan menselijk auteurschap. Na een tweede verzoek om heroverweging van Thaler te hebben ontvangen, bevestigde de Board op 14 februari 2022 dat menselijk auteurschap een voorwaarde is voor auteursrechtelijke bescherming in de Verenigde Staten en dat de afbeelding derhalve niet kon worden geregistreerd.

Daarbij aanvaardde de kamer van beroep de voorstelling van Thaler zelf dat de afbeelding autonoom door kunstmatige intelligentie was gecreëerd zonder enige creatieve bijdrage van een mens. Thaler heeft bovendien niet verzocht om als auteur te worden vermeld. De belangrijkste vraag voor rechters was dus de bewering van Thaler dat het vereiste van menselijk auteurschap ongrondwettelijk is en geen steun vindt in de rechtspraak.

Creatieve expressie van een menselijke geest

De Board meent echter dat het (Amerikaanse) Hooggerechtshof het verband tussen de menselijke geest en creatieve expressie als een noodzakelijke voorwaarde voor auteursrechtelijke bescherming beschouwt. Ook lagere rechtspraak heeft herhaaldelijk “pogingen om auteursrechtelijke bescherming uit te breiden tot niet-menselijke creaties” verworpen.

Geen goddelijke wezens

Zo was er de discussie over een boek dat woorden bevat “geschreven” door niet-menselijke geestelijke wezens. Deze publicatie kon alleen auteursrechtelijke bescherming krijgen als er sprake is van “menselijke selectie en rangschikking van de openbaringen” (Urantia Found. v. Kristen Maaherra).

En ook geen dieren

En een aap kan geen auteursrecht registreren op foto’s die hij vastlegt met een camera (Naruto v. Slater).

Maar wat met het auteursrecht in België?

Ook Belgische kunstenaars, muzikanten en ontwerpers experimenteren met AI. Wie is daar dan de “rechthebbende”? Als ik als individu een kunstenaar de opdracht geef tot het creëren van een werk, dan blijft in beginsel die kunstenaar immers de auteur en rechthebbende. Maar wat als het de kunstenaar is die de opdracht geeft aan een AI-systeem?

Het Belgische antwoord is eenvoudig, en ingegeven door de wet: “De oorspronkelijke auteursrechthebbende is de natuurlijke persoon die het werk heeft gecreëerd.” Er lijkt dus, door een eenvoudige lezing van de wet, vandaag geen ruimte te zijn om AI-systemen ook artistiek te gaan erkennen.

Voorlopig botst het AI-activisme en technologie-optimisme dus op de letterlijke en woordelijke grenzen van wetten en regels die geschreven werden toen er van computers nog geen sprake was.

Conclusie

Nu de vooruitgang op het gebied van artificiële intelligentie exponentieel toeneemt, zal de vraag over het auteurschap van AI-systemen ongetwijfeld opnieuw aan de orde worden gesteld. De evolutie in AI zal de maatschappij dwingen tot een voortdurende evaluatie van wat creatieve expressie van mensen scheidt van die van machines, en in hoeverre machines de dienaren van de mensheid zullen blijven.

Een maatschappelijk debat hierover is wenselijk en onontkoombaar. De stelling dat creaties door AI-systemen dan maar in het openbaar domein moeten terechtkomen, lijkt ons op termijn niet haalbaar. Net zoals ondernemingen investeren in hun onderzoekers en de resultaten daarvan als intellectuele eigendom willen beschermen, zullen ondernemers in de nabije toekomst zwaar inzetten op de ontwikkeling van nog betere en autonome AI-systemen. Het lijkt niet meer dan logisch dat ook de voortbrengselen van dergelijke systemen een vorm van bescherming zullen genieten.

Heb je vragen over nieuwe technologieën en hoe de juridische systemen daarmee omgaan. Stel ze via hallo@dejuristen.be!

Geschreven door Kris Seyen, Partner deJuristen

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance