Een clean knock-out in de battle of the forms

23 december 2021 | Contracten, IT-recht

Als je als ondernemer een deal maakt, dan gaat al je aandacht naar de “business” elementen. Deze zullen hun weg vinden naar de offerte. Maar niet alle andere relevante bepalingen zullen mooi uitgeschreven worden. Een contract wordt immers vaak niet opgesteld. Je probeert hooguit wat bijkomende zaken te regelen door beroep te doen op algemene voorwaarden.

Wat gebeurt er nu wanneer beide partijen hun (afwijkende) algemene voorwaarden willen opdringen aan de tegenpartij? Welke algemene voorwaarden gelden dan? Deze netelige situatie wordt ook wel de “battle of the forms” of formulierenstrijd genoemd.

Waar gaat deze “strijd” over?

Algemene voorwaarden zijn standaardregels die op voorhand door één partij voor een algemeen en herhaald gebruik zijn opgesteld. Over deze bepalingen wordt normaal gezien dan ook niet (of slechts in beperkte mate) onderhandeld met de tegenpartij.

In vele gevallen zullen beide partijen echter algemene voorwaarden hanteren en deze proberen opdringen aan hun tegenpartij. Ben je een verkoper, dan zal je immers graag verwijzen naar jouw verkoopsvoorwaarden. Maar als je als ondernemer zaken doet met een leverancier, dan heb je wellicht wel aankoopvoorwaarden in je schuif liggen.

Wanneer deze bepalingen inhoudelijk overeenstemmen doen er zich geen problemen voor. Wanneer er tegenstrijdige bepalingen terug te vinden zijn in deze standaardbedingen dan wordt het iets ingewikkelder.

Een situatie van rechtsonzekerheid

Wat moeten we dan doen, wanneer beide partijen tegenstrijdige algemene voorwaarden hanteren? Vandaag de dag is er geen absolute zekerheid om hier uitspraak in te doen! Dit komt omdat er verschillende juridische theorieën over bestaan, die elk leiden tot een verschillende uitkomst. De belangrijkste theorieën in deze context zijn de “first shot theory”, de “last shot theory” en de “knock out theory”.

Verschillende theorieën

  • De “first shot theory” houdt in dat enkel de algemene voorwaarden van de partij die ze het eerst heeft voorgelegd aan zijn of haar tegenpartij geldig zijn. Concreet betekent dit dat diegene die de overeenkomst initieert zijn algemene voorwaarden zal kunnen opdringen aan zijn of haar tegenpartij.
  • De “last shot theory” houdt dan weer in dat enkel de algemene voorwaarden van de partij die ze het laatst heeft voorgelegd aan zijn of haar tegenpartij geldig zijn. Dit komt dus neer op het tegenovergestelde van de “first shot theory”. De algemene voorwaarden van de partij die antwoordt op het aanbod zullen dus de overeenkomst kunnen beheersen.
  • De “knock-out theory” pleit er tenslotte voor dat de algemene voorwaarden van beide partijen deel uitmaken van de overeenkomst, maar enkel in zoverre het gaat over niet-tegenstrijdige bedingen. Tegenstrijdige bedingen zullen in deze context geen uitvoering krijgen en hun inhoud zal vervangen worden door het relevante gemeen recht.

Wat in de praktijk?

In de praktijk moet men vaststellen dat er aanhangers zijn van alle drie de theorieën. Dat moet men bovendien ook spijtig genoeg vaststellen in de rechtspraak. Ook al stellen we de laatste jaren vast dat de rechtspraak doorgaans meer en meer de “knock-out theory” verkiest, is dit vast en zeker geen zekerheid!

Wat brengt de toekomst?

Theorie wordt wet

Als je nu de moed verliest, of helemaal geen zin meer hebt om nog te proberen goede afspraken te maken: vrees niet! De wetgever plant komaf te maken met deze onzekerheid. In een aankomende hervorming van het verbintenissenrecht wordt immers vol de kaart van de “knock-out theory” getrokken.

Zoals we hierboven hebben aangehaald, zullen de tegenstrijdige bepalingen in de algemene voorwaarden van beide partijen dan geschrapt worden, en dus ook geen uitvoering krijgen.

Knock-out: is er dan nog wel een deal?

De toepassing van de knock-out regel hoeft niet problematisch te zijn voor zover het gaat over clausules of afspraken die geen “kernbeding” uitmaken. De overeenkomst komt dan immers tot stand, zij het met uitzondering van de tegenstrijdige bepalingen.

Moeilijker wordt het wanneer er tegenstrijdigheden zitten in de kernbedingen…

Kernbedingen bevatten immers de essentie van een overeenkomst: denk dan bijvoorbeeld aan het voorwerp (“wat wordt er verkocht?”) en de prijs (“hoeveel moet ervoor betaald worden?”). Toepassing van de knock-out regel kan dus de geldigheid van de overeenkomst in het gedrang brengen wanneer er geen overeenstemming is tussen de partijen met betrekking tot deze elementen. De overeenkomst komt dan niet tot stand.

In normale omstandigheden komen clausules met betrekking tot de prijs of het voorwerp van het contract niet voor in de algemene voorwaarden. Toch zijn er enkele situaties denkbaar waarin dit het geval zou kunnen zijn.

Men kan bijvoorbeeld denken aan overeenkomsten waarin de prijs van een product niet uitdrukkelijk bepaald wordt omwille van een (snel) fluctuerende marktwaarde. Het zou kunnen dat de partijen dan in hun algemene voorwaarden een ander tijdstip vooropstellen om de prijs van het product te bepalen. Doen ze dat niet op dezelfde wijze, dan leidt dit tot een onverenigbaar kernbeding omdat de prijs niet vast staat (en ook niet kan worden vastgesteld).

Ook bij bedingen die de prijs van een product koppelen aan een wisselkoers is een dergelijke hypothese niet ondenkbaar. Zo zou de koper in zijn algemene voorwaarden kunnen stellen dat het gaat over een vaststaande prijs terwijl de verkoper in zijn algemene voorwaarden dan weer een koppeling voorschrijft aan de wisselkoers van een bepaalde munt.

Gevolgen van de knock-out?

Wanneer een kernbeding geschrapt wordt, dan heeft dat tot gevolg dat het contract uit elkaar valt en ophoudt te bestaan. Het schrappen van de overige bedingen leidt daarentegen niet tot het einde van het contract.

Bij het schrappen van een beding dat geen kernbeding is, zal men dus moeten teruggrijpen naar het gemeen recht. Het gemeen recht is het algemeen gangbaar recht zoals we dat kennen uit bijvoorbeeld het Burgerlijk Wetboek. Het zijn dus algemene regels die door de wetgever zijn vastgesteld, en niet door de partijen. Het feit dat men terugvalt op gemeen recht, mag echter geen afbreuk doen aan de wil van de partijen in verband met de overeenkomst in kwestie.

Afwijken van het principe

Ondanks het feit dat de wetgever de “knock-out theory” wettelijk wil verankeren, zou het toch mogelijk blijven om af te wijken van dit principe. Zo zou het voor de partijen mogelijk zijn om, vóór de totstandkoming van het contract, uitdrukkelijk hun wil te uiten om het contract niet te sluiten wanneer er onverenigbare algemene voorwaarden zijn (ook al gaat het niet om kernbedingen).

Aangezien de wetgever hiervoor geen verdere formaliteiten oplegt, moet het dus mogelijk zijn om dit uitdrukkelijk af te spreken tijdens de communicatie die het contract voorafgaat. Het opnemen van deze uitdrukkelijke verklaring in de algemene voorwaarden zelf is echter onvoldoende!

Wat met het uitsluitingsbeding?

Vandaag komen we in algemene voorwaarden nog vaak een uitsluitingsbeding tegen. Hiermee poogt men de algemene voorwaarden van de tegenpartij uit te sluiten, en de eigen algemene voorwaarden in de kijker te zetten:

“Onze algemene verkoopsvoorwaarden zijn van toepassing op alle contracten die worden afgesloten, met uitsluiting van de voorwaarden van de medecontractant.”

Omwille van de expliciete keuze van de wetgever voor de knock-out theory zal dit soort clausules natuurlijk niet langer zinvol zijn onder het nieuwe verbintenissenrecht. Men zal dus enkel nog gebruik kunnen maken van de afwijkingsmogelijkheid zoals hierboven besproken.

Conclusie

De effectieve inwerkingtreding van het nieuwe verbintenissenrecht is vandaag nog niet bekend, maar het feit dat deze nieuwe regels er binnen een aanzienlijke periode zullen aankomen staat buiten kijf.

De wetgever heeft de “battle of the forms” beslecht in het voordeel van de “knock out theory”. Het lijkt ons dan ook het ideale moment om je algemene voorwaarden nog eens te herbekijken in het licht van deze (en andere) aankomende wijzigingen. Wil je hierbij hulp van één van onze experten of heb je vragen hierover, dan kan je ons steeds contacteren via hallo@dejuristen.be.

Geschreven door Bjarne Dooms, summer Trainee deJuristen, en Kris Seyen, Partner deJuristen

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance