Deze opinie werd geschreven op 16 november 2015 door Matthias Dobbelaere-Welvaert en vertegenwoordigt niet de opinie van dit kantoor. Matthias is Managing Partner van theJurists Europe (deJuristen/lesJuristes), en professor Copyright & Mediarights bij de Erasmus Hogeschool Brussel.
Er is geen vrijheid meer.
Er is geen vrijheid van meningsuiting meer. Er zijn enkel nog kampen. Kampen die wedijveren om macht en aandacht. Vrijheid van meningsuiting, een beetje dood.
Artikel 10 EVRM
Als ik รฉรฉn zaak ooit leerde als ondernemer(-jurist), dan is het wel dat je best niet al te veel je politieke mening moet ventileren. Je verschaft immers je diensten aan iedereen, los van een politieke stempel of kleur.
Ik schrijf als jurist dus niet over politiek. Wat ik wel doe, is schrijven over twee rechten die in het EVRM, ofwel het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, mij zo dierbaar en nauw aan het hart liggen. Met name artikel 8 (Privacy) en artikel 10 (Vrijheid van meningsuiting).
Dat laatste artikel zegt het volgende: “Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. (…).”
De online-val
Wie zich graag een halfuurtje wil ergeren, hoeft niet ver te kijken. De commentaarsectie van eender welke Vlaamse krant (maar evengoed daarbuiten) op het sociale netwerk Facebook in in staat om voldoende ergernis op te werpen voor een weekje of twee. Je zou vermoeden dat de vrijheid van meningsuiting overal is, en dat het recht nergens zo gevierd wordt als online.
Het is een val. Een list. Het is een bedrieglijke wereld, waarbij wel meningen worden geuit, maar die meningen zonder argumentatie of opbouw worden uitgekieperd, en daarna onmiddellijk in vakjes en hokjes wordt geplaatst. Dit is geen vrijheid, geen recht. Het is een opstapeling van halve waarheden, dogma’s en foute informatie. Vroeger schreef je een brief naar de krant, als je absoluut iets te zeggen had. Een toetsenbord en een internetverbinding. Veel goeds is eruit gekomen, maar niet alles is te bejubelen.
Even concreet
Half filosofisch gewauwel brengt ons natuurlijk niet echt verder bij de kern van het probleem, of bij de verklaring van de titel. Ik schrijf deze opinie in de schemering van de gebeurtenissen in Parijs, waar ik zelf met een collega donderdag en vrijdag vertoefde. Er hing niks dan optimisme in de lucht, want die twee dagen waren vlekkeloos verlopen. Een nieuw kantoor, nieuwe collega’s, uit Parijs.
Aankomen deden we met bezorgde berichten van vrienden en familie. De rest is historie, de wereld kan snel keren. Als ik kijk hoe mijn vrienden, kennissen en zelfs zakenpartners zich uitlaten op allerlei sociale netwerken, en ongezien met elkaar in de clinch gaan over ideologie, religie en strategie, dan is daar op zich niks mis mee. Wat er evenwel gebeurt in de zijlijn, in de schaduw van dit sociaal zijn, is dat mensen elkaar veroordelen omwille van hun mening. Men plaatst hokjes, links, rechts, sociaal, asociaal, bomenknuffelaar, extremist, terrorist. Laat nu net die hokjes, samen met ongenuanceerde en niet-onderbouwde meningen, de ondergang van de vrijheid zijn.
Besluit
Vrijheid van meningsuiting komt wellicht met een verantwoordelijkheid. Het aloude liberale adagium dat je rechten eindigen waar die van de andere begint, is hier niet van toepassing. Vrijheid van meningsuiting impliceert dat je elkaars zienswijze mag beledigen, in vraag stellen en bekritiseren. Het is echter geen vrijgeleide.
Dat een programma als Karen & De Coster anderzijds mensen gaat aanpakken omwille van hun (toegegeven, vrij ongenuanceerde) meningen, is niet alleen jammer maar evengoed immoreel te noemen. Je gaat geen mensen – die zonder mediatraining, en tegen een welbespraakte journalist staan – te kijken zetten op nationale televisie. Ook op die manier ondergraaf je dat recht. De verantwoordelijkheid impliceert ook een gelijk van wapens. Uitlachtelevisie, het is van alle tijden.
Maar belangrijker misschien, is dat we samen wat minder moeten oordelen om elkaars mening. Dat we een persoon loszetten van zijn of haar gedachtengoed. In de kroeg kan dat perfect. Online, in de veiligheid en lui comfort van onze zetel, gaan delicate gelaatsuitdrukkingen, emotie en begrijpbare angst echter verloren in het tumult van de alledaagse nieuwsmuren. De menselijkheid in het debat gaat verloren, de schouderklop of sprankel in de ogen na een vlammende discussie blijft onopgemerkt.
Vrijheid van meningsuiting is verkeerdelijk en onterecht een middel geworden om haat te zaaien, in de clinch te gaan, en te gaan oordelen en veroordelen zonder empathie en begrip.
Ik prefereer de kroeg. Waar ik na een hoogoplopende discussie een pint kan heffen met de persoon die ik zonet als rivaal zag. Immers, zijn of haar betoog staat los van de persoon die hij/zij is. Want alles bij elkaar, het gaat toch maar om een mening, niet?