#powerfood, #justperfect, #bestcoffee … : komen hashtags u bekend voor? Dan bent u waarschijnlijk actief op sociale media als Instagram of Twitter. Belgische en internationale bloggers updaten ons dagelijks over wat (niet) te eten of drinken, en wat te dragen als we echt heel cool willen zijn. Maar: waar ligt de grens tussen het journalistieke aspect van het bloggen en de pure commercie waarbij bloggers gratis producten krijgen in ruil voor een aanprijzing op hun blog?

De code van De Raad van de Journalistiek is duidelijk omtrent reclame in de journalistieke sfeer. Artikel 11 stelt het volgende: “De journalist leent zich niet tot reclame of propaganda en laat zich niet onder druk zetten door adverteerders of door belanghebbenden bij de informatie. Reclameboodschappen en ingezonden mededelingen worden zodanig gebracht dat de lezer, kijker en luisteraar ze niet kan verwarren met de eigen berichtgeving”. Wie al eens naar een blog surft, weet dat de blogosfeer het niet zo nauw neemt met dit Artikel 11. Wanneer op verschillende Instagramaccounts te lezen staat dat de yoghurt van merk x zo #heerlijk is, of dat de eyeliner van merk x #thebestever is, dan kan je er geld op inzetten dat die merken hun goodiebags hebben uitgestuurd naar verschillende bloggers. Het probleem is dan dat die praktijk eigenlijk niets meer met journalistiek te maken heeft, maar wel met pure reclame. De vraag is nu: mogen bloggers beschouwd worden als journalisten en kan de Raad van de Journalistiek een uitspraak doen na een klacht van de ‘nieuwsconsument’?

“De Raad zal zich enkel uitspreken na een klacht, en tot op heden zijn hierover nog geen klachten bekend. Daarnaast zal geval per geval bekeken worden of het gaat om journalistiek werk. Het criterium hiervoor is: op regelmatige basis over maatschappelijke en actuele zaken publiceren voor een publiek. Dat alles wordt ruim geïnterpreteerd zodat bijvoorbeeld ‘fashion’ ook onder een maatschappelijk thema valt”, stelt Pieter Knapen, ombudsman bij de Raad voor de Journalistiek (RvdJ). Het Hof van Beroep van Brussel oordeelde in 2014 dat “de Raad voor de Journalistiek wordt bevoegd geacht om een opinie of mening te uiten over journalistieke handelswijzen in alle Vlaamse media, inclusief online media en journalistieke praktijken van weblogjournalisten”. Vooral de cursieve woorden zijn hier van belang. Het Hof van Beroep oordeelde dat de RvdJ zich ook kan uitspreken over onlinejournalistiek, ongeacht of de journalist/blogger/webjournalist zelf lid is van een beroepsvereniging. Of er al dan niet sprake is van journalistiek zal geval per geval bepaald worden, aangezien lang niet elke blog (denk bijvoorbeeld aan een poëzieblog) als journalistiek werk aanzien zal worden. De Raad heeft als doel om uitspraken te doen over de ontvangen klachten, maar daar zal daar in geen geval een boete of sanctie aan koppelen.

Het probleem situeert zich nu bij de vele (populaire) fashion –en foodblogs die heel vaak impliciet, verdoken en zonder vermelding van de sponsor, producten gaan aanprijzen bij hun volgers. Dat staat volgens Pol Deltour van de Vlaamse Vereniging voor Journalisten (VVJ) haaks op de beroepsethiek van journalisten. De omfloerste manier waarop bepaalde bloggers hun publiek content aanbrengen die eigenlijk onrechtstreekse reclame is, valt moeilijk te reguleren. Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn om een soort van ‘Raad van Bloggers’ op te richten dat de bloggers toelaat om hun eigen code te bepalen. Hoe mooi zou het zijn mocht er bij elke vorm van product placement op het internet ‘#sponsored’ werd gebruikt? Misschien is dit verre toekomstmuziek, maar misschien zijn er bloggers die er zelf ook nood aan hebben, die zich vervelend voelen om als uithangbord gebruikt te worden? Ik stel de vraag, beantwoordt ze gerust in een blogpost.

Deze bijdrage werd geschreven door Lieselot Van Mol, business developer bij deJuristen. Haar mening vertegenwoordigt niet noodzakelijk de mening van het kantoor.

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance