Internet, een recht. Niet in de gevangenis.

04 april 2014 | IT-recht

#

Deze column is een opinie, en vertegenwoordigt niet noodzakelijk de mening van het kantoor.

‘But the images of men’s wits and knowledges remain in books, exempted from the wrong of time, and capable of perpetual renovation.’ – Bacon

Internet is een mensenrecht. Althans, dat beweert de VN al sinds 2011 in haar bekend rapporton the promotion and protection of the right to freedom of opinion and expression’.

Op een vrijdagavond, wars van de betogingen die ons trotste hoofdstad graag teisteren, lees ik een aangrijpend artikel in het DS Weekblad. Het gaat over gevangenen die opnieuw studeren. Met boeken, want internet is er niet toegestaan. Ik probeer mij voor heel even een leven voor te stellen zonder internet. Mijn ethisch kompas draait overuren.

 

Prison Cloud

Internet is voor gedetineerden blijkbaar een groot kwaad. Zelfs als er toezicht aanwezig is, mag de gevangene geen toetsenbord aanraken. Geen Google-zoekopdracht, geen Facebook-profiel, geen online studie.

Diegenen die toch een zoekopdracht willen vervullen, moeten de hulp inroepen van een zichtbaar moegestreden sociaal assistent. Wijsheid, letterlijk in de handen van iemand anders.

In de nieuwe gevangenis van Beveren bestaat sinds begin 2014 ‘Prisoncloud’, een beveiligd informaticasysteem (in Marche sinds november 2013 en Leuze staat gepland voor juli 2014). Stel je er maar niet te veel van voor, want het systeem is er vooralsnog vooral op gericht om digitaal het dossier te kunnen inkijken, en beroep aan te tekenen. In het het ‘managementplan 2012-2018’ van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen staan meer ambitieuze richtlijnen. Films bestellen, sigaretten of drank online bestellen, het zou moeten kunnen tegen 2018. Lange termijn gedachten, want er is nog maar weinig veranderd. Het is geen internet zoals wij dat kennen, wel een gesloten systeem (intranet) waar ‘evenementen’ in de gevangenis kunnen worden geraadpleegd, en in zeer beperkte vorm aan e-learning kan worden gedaan.

 

 

Spanningsveld

Triestig. Dat is wat ik denk als ik het verhaal lees van Frédien. Frédien is 62. Was ooit advocaat, en had licenties rechten, criminologie en een postgraduaat verzekeringsrecht op zak. Levenslang gekregen, en geschrapt door de wanorde, zoals hij het zelf noemt, van advocaten. De gevangenisdeur zal voor hem niet snel meer opengaan, maar hij is vastberaden ooit terug advocaat te worden, in Nederland. Hij studeert Nederlands recht, met een doel. Of zijn droom niet conflicteert met zijn strafmaat, is niet erg duidelijk. Wel duidelijk, is dat hij alles met een papieren bundel moet doen, in het beste geval. In het slechtste geval, staat alles op een online studentenplatform. Waar Frédien geen toegang tot heeft.

Het is maar één van de verhalen die aan bod komen. Over gevangenen die niet berusten, en die dromen van een nieuwe, realistische, kans. Maar de digitalisering is hen tegen. Hoe complexer en technisch geavanceerder onze wereld wordt, hoe dommer en kanslozer de gedetineerde. Het is een spanningsveld, gevoed door het rechtvaardigheidsgevoel van velen. Iemand die iets mispeutert, moet gestraft worden. Moet ‘binnenzitten’. Weg van onze maatschappij, zodat we hen niet meer hoeven te zien. Het schrijnende gebrek aan plaats en menswaardige opvang in onze gevangenissen leverde België trouwens een vijfde plek op.  Een vijfde plek op de lijst van landen met de meeste zelfmoorden in gevangenissen, wel te verstaan. Eén van mijn weinige juridische idolen, en in een ver verleden promotor, professor Gert Vermeulen, is evenmin erg mals voor het Belgisch justitiebeleid.

Het spanningsveld zal blijven bestaan. En als we wat minder idealistisch naar het gevangeniswezen kijken, weten we ook dat een groot deel van de gevangenen niet bezig is met herintegratie. Maar het aantal doet er in principe niet toe. Wat er toe doet, is dat de toegang tot internet bijna even belangrijk wordt als toegang tot water, voedsel en onderkomen. Er is geen discussie meer over het feit dat internet een basisbehoefte is. Kennis is de sleutel tot persoonlijke ontwikkeling en exploitatie van talent, of dat nu belangeloos of commercieel is. Gedetineerden die kennis ontnemen is misdadig, wars van je eigen rechtvaardigheidsgevoel. Google is nog steeds geen open deur naar onze maatschappij. Op Facebook schijnt de zon niet. En Twitter in de gevangenis zal je niet helpen aan de ware liefde. Dus wat betreft kan de bange burger op zijn beide oren slapen.

 

Het hoger aangehaalde rapport van de Verenigde Naties maakt nog de volgende bemerking:

“Unlike any other medium, the Internet enables individuals to seek, receive and impart information and ideas of all kinds instantaneously and inexpensively across national borders. By vastly expanding the capacity of individuals to enjoy their right to freedom of opinion and expression, which is an “enabler” of other human rights, the Internet boosts economic, social and political development, and contributes to the progress of humankind as a whole. In this regard, the Special Rapporteur encourages other Special Procedures mandate holders to engage on the issue of the Internet with respect to their particular mandates.

The Special Rapporteur emphasizes that there should be as little restriction as possible to the flow of information via the Internet, except in few, exceptional, and limited circumstances prescribed by international human rights law. He also stresses that the full guarantee of the right to freedom of expression must be the norm, and any limitation considered as an exception, and that this principle should never be reversed. Against this backdrop, the Special Rapporteur recommends the steps set out below. “

 

Conclusie

Internet, of tenminste de toegang daartoe, is een mensenrecht. Het is in onze groeiende digitale maatschappij een essentiële voorwaarde om zich te vormen, te ontplooien en als mens te evolueren. We spreken al lang niet meer over digital immigrants of digital natives. De kinderen van nu, zijn digital-born. Een scherm dat niet met de handen kan worden bediend, is volgens de jongsten van onze maatschappij ‘stuk’. Het wezen en zin van een gevangenisstraf is de hervorming, hereducatie en herplaatsing van de gedetineerde, teneinde hem een nieuwe kans te schenken in de actieve maatschappij. Wij kweken hier in België geen nieuwe kansen. Wij kweken frustraties. Wij kweken mislukkingen, gedoemd om opnieuw te falen. Aan Annemie hoef ik het niet meer te vragen, midden in de politieke strijd. Ik kan mij voorstellen dat het draagvlak in onze maatschappij voor een gevangenis-internet niet erg groot zal zijn. Niet gehinderd door vooroordelen, neemt de publieke opinie steevast dezelfde positie in: gevangenen hebben het zichzelf aangedaan. Misschien kunnen we, als ze dan toch gedoemd zijn om opnieuw te falen in onze maatschappij, de volgende keer zeggen: ‘we hebben het onszelf aangedaan’.

 

Frédien droomt ondertussen verder van ET, ofwel elektronisch toezicht. Hij kreeg trouwens recent zijn eerste tuchtstraf. Hij had 60 wetenschappelijke boeken op zijn cel, en dat zijn er twintig te veel volgens het Huishoudelijk Reglement. Te veel boeken, het is ook een gevaar. 

 

Deze juridische column werd geschreven door Matthias Dobbelaere, partner bij deJuristen.

 

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance