Het komt steeds vaker voor: mensen worden thuis gebeld, zogezegd door een medewerker van Microsoft, die hen aanbiedt om door middel van “hulp op afstand” hun computer beter te beveiligen tegen virussen. Vervolgens misbruikt de cybercrimineel het vertrouwen van de consument om zo aan bankgegevens en andere private gegevens te geraken.
Phishing is uiteraard al lang geen nieuw fenomeen meer. De vorm van cybercriminaliteit komt voor in tal van verschillende vormen en is er vooral op gericht het vertrouwen van het slachtoffer te winnen onder valse voorwendsels om vervolgens met zijn of haar gegevens aan de haal te gaan.
Tot voor kort was vooral phishing via mail een groot probleem. Men kreeg een mail die leek van een bekende instelling zoals bijvoorbeeld ING-bank te komen, met de vraag zijn paswoord opnieuw in te voeren. Wanneer men dit effectief deed, stuurde de valse website het paswoord door naar de criminelen die achter de mail zaten. Op die manier werden de login-gegevens van tienduizenden klanten van grootbanken opgehaald en werd er op grote schaal fraude gepleegd.
Recent duikt echter een nieuwe, en misschien nog ergere, vorm van phishing op. Zoals vermeld krijgt men geen mails meer, maar wel telefoons. Via de toepassing “hulp op afstand” verleent de nietsvermoedende computergebruiker een derde – op afstand – toegang tot zijn computer. Op die manier krijgt de dader vrij spel en kan hij alle gegevens die op de computer zijn opgeslagen in enkele muisklikken achterhalen.
Daar houdt het bovendien niet op. Het slachtoffer wordt op het einde van het telefoongesprek gevraagd haar factuurgegevens door te geven, gezien voor de zogezegde hulp bij het verbeteren van de veiligheid van de computer ook nog een vergoeding wordt gevraagd. Het getuigt van de driestheid waarmee de cybercriminelen te werk gaan.
Voorzichtigheid is dus absoluut geboden. Microsoft heeft ook al officieel verklaard dat het nooit zelf mensen telefonisch zal contacteren om hulp op afstand aan te bieden. Wanneer men dus een dergelijk telefoontje ontvangt is het aangewezen erg kritisch te zijn, en bij de minste twijfel het gesprek af te breken.
Deze bijdrage werd geschreven door Karel-Jan Vercruysse, legal assistant bij deJuristen.
