Over fortune cookies en freedom of speech

13 januari 2021 | IT-recht, Social Media

Chaos alom dezer dagen in Washington en alle hens aan dek op sociale media. Donald Trump is bezig aan zijn laatste dagen in het Witte Huis en dat zal iedereen geweten hebben. Of toch niet? Steekt Twitter er een stokje voor? En is dat dan censuur? Wij steken de vork in de juridische steel.

Make America great again

We zijn er intussen aan gewoon geworden. De president van de Verenigde Staten van Amerika die luidop nadenkt via tweets. De afgelopen drie jaar zag Donald Trump Twitter als ideaal medium om, in de hoedanigheid van president, het Amerikaanse volk toe te spreken. Sociale media platformen zijn de afgelopen jaren sterk geëvolueerd en zijn daarbij ook strenger gaan optreden tegen schadelijke content. Trump kreeg af en toe waarschuwingen en zijn tweets werden door Twitter wel vaker bestempeld als onwaar, maar zijn definitieve ban van afgelopen weekend kwam toch enigszins als een verrassing.

Twee dagen na de bestorming van het Capitool tweette Trump het volgende:

“The 75,000,000 great American Patriots who voted for me, AMERICA FIRST, and MAKE AMERICA GREAT AGAIN, will have a GIANT VOICE long into the future. They will not be disrespected or treated unfairly in any way, shape or form!!!”.

Kort daarna was hij ook nog zo vriendelijk om op de vraag van 1 miljoen te antwoorden:

“To all of those who have asked, I will not be going to the Inauguration on January 20th.”

Met de gebeurtenissen in Washington nog fris in het geheugen, besloot Twitter de account van Trump eerst tijdelijk, en daarna zelfs permanent op te schorten. Al zijn berichten werden offline gehaald. In een officiële mededeling van Twitter was te lezen dat dit gebeurde omdat het zeer waarschijnlijk was dat de tweets mensen zouden aanmoedigen en inspireren om de criminele handelingen in het Amerikaanse Capitool van 6 januari 2021 te herhalen. Een besluit dat ook door andere grote sociale netwerken, zoals Facebook, wordt ondersteund.

Juridisch kader

Twitter is een privébedrijf. In de VS mogen privébedrijven in beginsel zelf beslissen wat ze wel en niet toelaten op hun platform. Op basis van haar eigen servicevoorwaarden besliste Twitter dus het account te verwijderen. Twitter kan “aanzetten tot geweld of haat” met andere woorden interpreteren naar eigen inzicht. Is dat een daad van censuur, en dus een schending van het fundamentele recht op vrijheid van meningsuiting?

In Europa beschermt artikel 10 EVRM de vrijheid van meningsuiting. Wanneer we een sprongetje maken naar de nieuwe Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten, zien we dat bij het modereren van content (vb. verwijderen van video’s die in strijd zijn met servicevoorwaarden, zoals porno) de vrijheid van meningsuiting steeds in acht moet worden genomen, alsook het pluralisme van de media. Het is helaas te vroeg om te zien op welke manier het Hof van Justitie deze delicate grens zal trekken. De speelruimte voor videoplatformen in deze nieuwe richtlijn komt trouwens op hetzelfde neer: er gelden wettelijke verplichtingen voor de aanbieders, doch kunnen deze regels erg strikt geïnterpreteerd worden in de zin van hun eigen algemene voorwaarden.

Men kan daarbij terecht opmerken dat inhoud té snel verwijderd kan worden. Aanbieders van online platforms hebben uiteraard geen oren naar mogelijke verantwoordelijkheid voor inhoud die aanzet tot geweld of haat. Logischerwijze zullen zij dan ook op tijd gaan ingrijpen.

Censorship

Je kan de vergelijking maken met de beslissing van Facebook om foto’s en video’s van Zwarte Piet te verwijderen op haar platform om discriminatoire redenen. Facebook kan dit perfect doen op basis van haar eigen algemene voorwaarden. De kritiek is dat wereldspelers – want dat zijn het intussen zeker geworden – zoals een Facebook of een Twitter gaan oordelen over goed en kwaad. Telkens weer blijkt het evenwicht tussen een passende bescherming van platformgebruikers enerzijds, en het waarborgen van de vrijheid van meningsuiting anderzijds, allesbehalve evident.

Je kan jezelf de vraag stellen of het dan wel verstandig is om die aanbieders zoveel ruimte te geven voor de invulling van regels op hun eigen platform. Maar dat ligt niet zo eenvoudig. Denk maar aan de livestream van de terroristische aanslag in Christchurch (Nieuw-Zeeland) op Facebook. Nationale toezichthouders stellen kaderregels vast, de platforms werken deze uit en grijpen zelf in. Aanbieders van platforms zijn het best geplaatst om effectief en in een vroeg stadium, zonder tussenkomst van bovenaf te beslissen over content die online verschijnt. De artificial intelligence die schadelijke inhoud opvist, wordt namelijk beheerd door deze bedrijven, net zoals de teams van moderatoren die ingrijpen wanneer de computers falen (human-in-the-loop).

Conclusie

Men kan het moeilijk eens worden over al deze issues. Consensus zal wel bestaan over het feit dat freedom of speech moeilijk hand in hand gaat met social media. Apple en Google beslisten dan ook nog eens om ‘Parler’, een ander geliefkoosd platform van Trump-aanhangers, te verwijderen uit hun app-stores. Big Tech, too much power? Dit soort beslissingen overstijgen de discussie over de vrijheid van meningsuiting, en leggen zelfs de mededingingskaart op tafel.

Natuurlijk is het gemakkelijker om op te treden tegen Trump nu hij naar de uitgang wordt geduwd. De timing van de beslissing van Twitter doet dus enigszins de wenkbrauwen fronsen, anderzijds helemaal niet. Waren die tweets nu echt gevaarlijk? Was een nieuwe bestorming een aanzienlijk risico? Oordeel zelf. Het voelt misschien ongemakkelijk dat 2 miljardairs in Silicon Valley in hun eentje een ‘democratische beslissing’ nemen. Nochtans is het recht op vrijheid van meningsuiting niet absoluut. Twitter velde geen oordeel over een fortune cookie, maar verwijderde een politieke boodschap ten gunste van de openbare veiligheid. Een boodschap die gelezen kon worden door 88 miljoen mensen.

Word je ook geconfronteerd met dubieuze content, en twijfel je hoe daarmee om te gaan? Contacteer ons op hallo@dejuristen.be !

Geschreven door Emiel Koonen, Legal Adviser deJuristen, en Kris Seyen, Partner deJuristen

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance