Of je nu een startende ondernemer bent of al jaren een bedrijf runt: in commerciële relaties word je geconfronteerd met contractuele afspraken. Je kan die afspraken onderhandelen in een overeenkomst (contract). Evengoed vinden we dergelijke afspraken echter terug in algemene voorwaarden die je als ondernemer oplegt aan je klanten of leveranciers.
In eerdere blogs gaven we al aan dat de partijen bij een contract niet om het even wat kunnen overeenkomen: de wetgeving zet daarbij enkele grenzen uit. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de B2B Wet of de recente aanpassing aan de Wet Betalingsachterstand. In dat rijtje passen ook de nieuwe regels van het verbintenissenrecht.
Een “nieuw” verbintenissenrecht?
In de B2B context regelt het verbintenissenrecht hoe we met elkaar omgaan en wat we van elkaar mogen verwachten wanneer we afspraken maken. De basis vinden we in het Burgerlijk Wetboek. Het verbintenissenrecht lijkt abstracte materie maar heeft een grote impact in B2B relaties en dus op de overeenkomsten die je als ondernemer afsluit, zowel met je klanten als met leveranciers.
Het Burgerlijk Wetboek was al een hele tijd aan vernieuwing en modernisering toe. Op 1 januari 2023 zal het eindelijk zo ver zijn, en treden de nieuwe bepalingen in werking. Tijd dus om enkele belangrijke nieuwigheden voor ondernemers onder de loep te nemen.
In deze blog lichten we 3 figuren toe. De hervorming heeft als rode draad dat ze een evenwicht wil brengen tussen de autonomie van partijen en de taak van de rechter, als ‘behoeder’ van de belangen van de zwakke partij en het algemeen belang. De nieuwigheden die we hier toelichten moet je dus met die bril lezen.
Imprevisie of onvoorziene omstandigheden
De corona-crisis, de oorlog in Oekraïne, de huidige energie-crisis… Allemaal omstandigheden die op vandaag tot enorme prijsstijgingen en tekorten van grondstoffen leiden.
Als leverancier kan je die vertragingen in leveringen en/of prijsstijgingen niet zomaar doorrekenen aan de klant. Immers, een overeenkomst is bindend: je zal de bestaande contractuele afspraken moeten nakomen (behalve indien je een prijsherzieningsclausule voorzien hebt in je overeenkomst). Je voelt natuurlijk wel aan dat het dwingende karakter van het moeten uitvoeren van de overeenkomst ‘no matter what’ onbillijk aanvoelt.
Kan je je als ondernemer in geval van de huidige energie-crisis op overmacht beroepen? Weet dat er zelden sprake zal zijn van overmacht. Er is immers maar sprake van ‘overmacht’ wanneer het onmogelijk is geworden om een contractuele afspraak na te komen. Als het ‘gewoon’ moeilijker is geworden om de overeenkomst uit te voeren, bijvoorbeeld omdat de kostprijs voor de uitvoering aanzienlijk hoger uitvalt, is er geen sprake van overmacht. In dat geval spreken we wél van ‘imprevisie’ of ‘hardship’.
Om het onbillijke karakter van de bestaande overeenkomst aan te pakken, voorzien de nieuwe regels van het verbintenissenrecht nu dat een partij aan de andere contractspartij kan vragen om de overeenkomst te heronderhandelen met het oog op de aanpassing of beëindiging ervan.
Je kan je de vraag stellen wat hier zo nieuw aan is? Immers, vragen staat vrij: vragen aan de tegenpartij om de overeenkomst te heronderhandelen kan in principe altijd. De nieuwigheid bestaat er in dat deze mogelijkheid nu ook wettelijk voorzien wordt.
Wil je je als ondernemer op deze mogelijkheid beroepen, spelen volgende voorwaarden mee:
- de verandering van omstandigheden zorgt er voor dat de uitvoering van de overeenkomst buitensporig bezwarend of buitengewoon nadelig is en op die manier leidt tot een verstoring van het contractueel evenwicht. Het zou met andere woorden niet langer redelijk zijn de uitvoering van de overeenkomst te eisen;
- bij het sluiten van de overeenkomst was de verandering onvoorzienbaar;
- je hebt als ondernemer die de heronderhandeling vraagt geen schuld aan de verandering. De verandering kan met andere woorden niet aan jou toegerekend worden;
- imprevisie werd niet uitgesloten door een wet of door de overeenkomst.
Aandachtpunten:
De figuur van imprevisie zoals ze nu ingevoerd wordt is ‘aanvullend recht’. Concreet wil dit zeggen dat partijen het recht op heronderhandelingen en het recht om de overeenkomst te wijzigen in geval van imprevisie contractueel kunnen uitsluiten of aanpassen!
Wordt er toch beroep gedaan op de imprevisie, en leiden de onderhandelingen tot niets, dan kan de rechter op verzoek van één van de partijen de overeenkomst (geheel of gedeeltelijk) beëindigen of aanpassen.
Tips:
Het zal bij het opstellen van algemene voorwaarden of overeenkomsten dus erg belangrijk zijn om telkens de oefening te maken of het nuttig is de imprevisie uit te sluiten in functie van het reële ondernemingsrisico.
Ben je leverancier en word je geconfronteerd met een overeenkomst of algemene voorwaarden van je klant, dan ga je dus best na of er niet geraakt wordt aan het basisprincipe tot heronderondeling, zodat je dit recht niet verliest indien nodig. Sta je echter aan de andere kant (als schuldeiser), dan kan het aanbevolen zijn om deze mogelijkheid contractueel uit te sluiten.
Denk er bovendien ook aan om als leverancier ook een geldige prijsherzieningsclausule (indexatie) op te nemen in de overeenkomst of in je algemene voorwaarden!
‘Battle of the forms’: de knock out-regel
In algemene voorwaarden lees je vaak dat de tegenpartij zich beroept op zijn algemene voorwaarden “met expliciete uitsluiting van jouw voorwaarden”. Omgekeerd heb jij als ondernemer dit soort bepaling ook opgenomen in jouw algemene voorwaarden.
De vraag is dan welke algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst die je afsluit.
In onze blogpost “Een clean knock-out in de battle of the forms” kon je lezen dat er tot voor kort verschillende oplossingen voor deze patstelling waren. Met de komst van het nieuwe Burgerlijk Wetboek wordt nu resoluut de kaart van de zogenaamde ‘knock-out’-regel getrokken.
Deze regel hanteert het principe dat jouw algemene voorwaarden slechts deel uitmaken van de overeenkomst wanneer aan twee voorwaarden is voldaan. De tegenpartij moet de mogelijkheid gehad hebben om er effectief kennis van te nemen, én zij moet deze voorwaarden ook aanvaard heben. Daarnaast bepaalt de wet dat onderhandelde voorwaarden in geval van conflict voorrang hebben op algemene voorwaarden. Tot zo ver niets nieuws onder de zon.
Alles op een hoopje?
De belangrijkste vernieuwing is dat een overeenkomst tot stand kan komen, zelfs wanneer beide partijen naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen! Beide sets algemene voorwaarden maken in dat geval deel uit van de overeenkomst, met uitzondering van de bepalingen die tegenstrijdig zijn. Deze onverenigbare (of conflicterende) bepalingen krijgen geen uitwerking.
Deze regelt vloeit voort uit de idee dat je naar de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen moet kijken. Immers, de partijen hadden de bedoeling een deal te sluiten maar worden geconfronteerd met tegenstrijdige bepalingen. Dat betekent niet dat de partijen de overeenkomst niet wilden sluiten of dat de overeenkomst meteen over de haag moet gegooid worden. De overeenkomst kan wel degelijk overeind blijven maar dan zonder de tegenstrijdige bepalingen. Enkel de onverenigbare bepalingen worden uit de overeenkomst “geslagen” (vandaar de naam “knock-out”-regel).
Aandachtspunt:
Wat als je van deze regel wil afwijken en wil vermijden dat het mechanisme van de knock-out speelt?
Dan moet je vooraf en bovendien ‘zonder onnodige vertraging’ na de ontvangst van tegenstrijdige voorwaarden uitdrukkelijk aangeven dat je niet gebonden wil zijn door een dergelijke overeenkomst. Pro-actief en tijdig handelen is dus essentieel!
Tip:
Screen zorgvuldig de algemene voorwaarden van de tegenpartij en meld tijdig dat je niet door de overeenkomst wil gebonden zijn als de knock-out er voor zou zorgen dat jouw voorwaarden niet integraal kunnen toegepast worden!
Algemene regeling over onrechtmatige bedingen
Het ‘afstraffen’ van onrechtmatige bepalingen door de wetgever is niet nieuw: het Wetboek van Economisch Recht (WER) voorziet al in specifieke wetgeving over onrechtmatige bedingen in B2B-overeenkomsten.
Met de de invoering van het nieuw Burgerlijk Wetboek zien we nu bovendien een algemene regeling over onrechtmatige bedingen. Deze nieuwe regeling bepaalt dat elke contractuele bepaling waarover niet kan worden onderhandeld én die een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van partijen, onrechtmatig is en voor niet geschreven wordt gehouden. Bij de beoordeling van het kennelijk onevenwicht wordt rekening gehouden met alle omstandigheden rond het sluiten van de overeenkomst.
De wetgever wilde met deze bepaling de zwakke contractspartijen bescherming bieden, zonder al te veel in te grijpen op de contractvrijheid. Overeenkomsten waarover effectief onderhandeld werd en die met kennis van zaken werden gesloten komen dus niet in het vizier van dit algemeen verbod.
Relevanter is de vraag wat de invloed zal zijn van deze nieuwe algemene regeling op de bijzondere regelgeving in het Wetboek van Economisch Recht? Momenteel zal de bijzondere wetgeving – respectievelijk wat B2C- en B2B-contracten betreft – voorrang hebben op de algemene regel. De voorrangsregeling t.a.v. B2B-contracten zal echter mogelijk niet lang duren: de wetgever heeft in de parlementaire voorbereiding immers al een ballonnetje opgelaten dat hint op de afschaffing van de B2B-wet. Wij volgen deze evolutie uiteraard nauwgezet op en berichten hier zeker over in onze toekomstige blogs.
Inwerkingtreding
Deze nieuwe wetgeving zal in werking treden op 1 januari 2023. De nieuwe wetgeving zal van toepassing zijn op alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden na de inwerkingtreding van deze wet.
Partijen kunnen evenwel kiezen voor een ‘opt-in’, waarbij de nieuwe wetgeving eveneens toepassing zal kennen op contracten afgesloten vóór de inwerkingtreding, dus tussen nu en 31 december 2022.
Heb je vragen over deze nieuwe wetgeving of twijfel je om het nieuwe verbintenissenrecht nu reeds toe te passen op jouw overeenkomsten? Denk je dat het nuttig is om bepaalde aanpassingen te doen aan jouw algemene voorwaarden of contracten? Of wil je jouw algemene voorwaarden tegen het licht van deze nieuwe wetgeving laten houden? Neem dan zeker contact op met onze experten via hallo@dejuristen.be.
Geschreven door Sarah Dello, Senior Legal Adviser deJuristen, en Kris Seyen, Partner deJuristen