Twitter-ruzies
Bijna iedereen heeft een account op Facebook, Twitter of een andere sociale netwerksite. Sommige mensen bekijken het maandelijks, wekelijks, dagelijks of zelfs elk uur eens. Je vrienden posten hun foto’s, meningen, of gewoon wat ze op dat moment aan het doen zijn en jij zelf reageert hierop. Wat veel mensen ook lezen is kritiek of woede die anderen afreageren door het gewoon te posten.
In de VS heeft een meisje over haar kamergenote (schadelijke) opmerkingen geschreven op Twitter en dit werd ontdekt, waarna een ruzie zowel online als offline begon. Zo schreef het ene meisje bijvoorbeeld na twee weken samenwonen met haar dat ze haar kamergenote haat en in een later bericht dat het idee om het volgend jaar met een vriendin te wonen, haar bijna deed huilen van opluchting. Het ander meisje belde de politie omdat ze werd geïntimideerd nadat de uitgeprinte versie van de (schadelijke) opmerkingen geschreven op Twitter verscheurd werden en melde dit dan natuurlijk op Twitter. We gaan ons niet uitspreken over wie moreel juist of fout is maar proberen uit te leggen hoe ver je nu eigenlijk juridisch mag gaan met je vrijheid. Ieder van ons heeft namelijk een recht van vrije meningsuiting. Toch vergeten we vaak dat er ook andere rechten bestaan die dit beperken.
Kritiek & recht
Artikel 10 van het EVRM en artikel 19 van de Belgische Grondwet waarborgen ons recht van vrije meningsuiting. Zo bestaat er een recht op kritiek, recht tot vraagstelling en zoals we in onze vorige blog “Vrijheid om te kwetsen. Een verloren recht?” hebben beschreven een recht om te kwetsen. Dit recht geldt tegenover iedereen. Zo mag je kritiek uiten tegen de manier waarop een overheidsinstantie iets doet, de lessen die de school geeft of wat een beroemdheid deed of heeft gezegd. Dit recht kan ook tegenover anderen worden gebruikt, zoals je vrienden, familie of kamergenoten.
Bescherming van je goede naam
Tegelijkertijd met het recht van vrije meningsuiting heb je ook een recht op bescherming van je eer en goede naam, dit vindt je terug in het recht op de eerbiediging van het privéleven in artikel 8 EVRM en artikel 22 van de Belgische Grondwet. Dit houdt in dat het recht op vrije meningsuiting niet absoluut is. Je kan echter geen hiërarchie maken van alle rechten. Je kan niet zeggen dat het recht van vrije meningsuiting boven het recht op een goede naam staat. In onze diverse samenleving waar we steeds meer en meer met elkaar delen via sociale media, kan je niet verwachten dat je recht op eerbiediging van je privéleven volledig intact zal blijven. Zeker mensen die een beroep uitoefenen in de politiek of ‘beroemdheden’. Zij moeten een veel grotere inbreuk toelaten. Ieder van ons moet toch in bepaalde mate verdraagzaam zijn.
Het recht op een goede naam wordt in ons recht ook beschermd door de artikels 443 e.v. SW. In het geval van een te vergaande vrije meningsuiting, zijn vooral de artikels over laster, eerroof en belediging toepasselijk. Wanneer je dus iets op het internet schrijft over wie dan ook, kan je strafrechtelijk vervolgd worden als je het met kwaad opzet doet of zonder bewijs. In elke situatie zal de rechter zelf moeten beslissen wanneer een mening uiten beschouwd kan worden als laster.
Conclusie
Het is belangrijk te onthouden dat wanneer je dus iets op het internet zet, hetgeen je zegt een grond van waarheid moet kennen of je bewijs moet kunnen leveren van je standpunt, en dat je het niet mag doen enkel en alleen om de ander te schaden. We leven in een diverse en steeds groter wordende samenleving, je zal niet iedereen even goed kunnen verdragen, maar zelfs wanneer je je frustraties wilt uiten mag je niet te ver gaan. Wat betreft de situatie in de VS, zijn we toch benieuwd hoe het opgelost zal worden. Beste vriendinnen gaan ze waarschijnlijk wel niet meer worden.
Dit artikel werd geschreven door onze legal interns Zalina & Delphine.