Er is heibel in internetland. In digitaal modeland, dan nog. De aanleiding was een column, gepubliceerd in het bekende modeblad Elle (België). De column zelf, aan de hand van een zekere Amelie O. (Els De Pauw), getuigt alleszins van weinig waardigheid, en scherpe persoonlijke uitvallen.
Toegegeven, het vrouwelijk publiek op kantoor gaf me daarnet een veelzeggende blik, toen ik voorstelde om hierover een juridisch artikel te schrijven. Hoewel mode, en in extenso modebloggers, nu niet bepaald mijn grootste expertise zijn, is laster en inbreuken op het internet dat des te meer.
De Column
Terug naar de column zelf. De column begint in de eerste zin met een duidelijke aanduiding van de identiteit van haar slachtoffer, een zekere ‘Sofie V.’. Voor de modeleek niet meer dan een anoniempje, voor de bekenden in die kleine wereld des te duidelijker. De column laat zich verleiden tot meerdere, harde uithalen:
“Een hele schare bakvissen die zich vergapen aan het spannende leven van deze fashionista en haar bordkartonnen jetsetleven. Mijn oude buurvrouw, beste lezer, heeft een spannender bestaan en bovendien meer modegevoel in haar eeltige linkerteen dan dit curieus modegeval. Wat een trieste affaire. (…) Mode is een excuus, meer niet. Feitelijk schreeuwt het blonde wicht voortdurend: kijk, kijk, kijk naar mij!
Er bestaat zoiets als ‘vrijheid van meningsuiting’, een grond- en mensenrecht, vastgelegd in artikel 10 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Het is echter geen absoluut artikel, wat zoveel wil zeggen dat deze vrijheid kan beperkt worden onder voorwaarden. Eén van de beperkingen die zeer letterlijk is opgenomen in artikel 10 is de volgende: “beperking in een democratische samenleving is noodzakelijk in het belang van de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen”. Tot daar pers- en columnvrijheid.
De grote vraag voor vandaag: heeft Amélie O. zich ook weldegelijk schuldig gemaakt aan laster, en eerroof? En wat is dat nu juist, laster?
Laten we kort het Sw. (ook wel het Belgisch Strafwetboek) aan het woord:
Art. 443 Sw.: “Hij die in de hierna aangeduide gevallen aan een persoon kwaadwillig een bepaald feit ten laste legt, dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen, en waarvan het wettelijk bewijs niet wordt geleverd, is schuldig aan laster (…) en aan eerroof (…). Enkel wanneer een ‘genoegzaam’ bewijs wordt geleverd, geeft de tenlastelegging geen aanleiding tot strafvervolging.
En nog: art. 444 Sw. “De schuldige wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot tweehonderd frank, wanneer de tenlastelegging geschieden: (…) hetzijde door geschriften, al dan niet gedrukt (…)“.
Wetende dat ook de kleinste gevangenisstraffen zullen worden uitgevoerd, is dat een fijne toevoeging. Geldstraffen dienen te worden omgerekend naar huidige valuta en vermenigvuldigd met de geldende opdeciemen.
Laster? Laster!
Nu we de erg theoretische definitie weten, dienen we terug te grijpen naar de column in kwestie. Je kan immers wel je gal spuien over iemand, zonder hem eigenlijk van iets te betichten, en dus publiekelijk aan de schandpaal te nagelen. Lezen we de column verder, dan merken we plots deze zin op:
Bovendien: waar is het eergevoel van het blonde wicht? Vindt zij het promoten van merken op een dergelijke manier niet heel erg stinken? Hoeveel is haar mening over het trendgehalte van kleren of producten waard? Bloggers als zij zijn géén modekenners, géén vakspecialisten. Plus: bloggers laten zich vaak omkopen. Zo gaat het gewoon, ook op topblogniveau. Van Anna Dello Russo tot Bryanboy en Miroslava Duma: allemaal laten ze zich betalen in cash of in natura. Dat heb ik van mijn oude Londense vriendin Suzy M., die voor een krant schrijft.
Wow. In één zin doelbewust iemand incompetent noemen (geen vakspecialiste, geen kenner), en de volgende zin dezelfde persoon betichten van omkoperij. Sterk, zeker als je weet dat het magazine, Elle België, vol (maar dan ook vol) met betalende contentstukken staat (en dan hebben we het niet over de glossy advertenties). Maar het gaat verder:
De meeste bloggers zijn jammer genoeg maar uit op één ding: opvallen voor hun eigen zaak. Ze willen zoveel mogelijk aandacht trekken, zodat de bezoekcijfertjes van hun blogs uiteindelijk nog een stuk de hoogte ingaan en hun marktwaarde stijgt. No glory, no cash. Dit soort van zelfverheerlijking, beste lezer, vind ik ronduit ziekelijk. Noem mij gerust een spectaculaire zeur, maar ik heb tenminste nog wel principes. En Sofie V. mag daar gerust eens over nadenken.
Het eventuele argument dat de vorige zinnen niet over Sofie Valkiers zouden gaan, is met deze laatste zin uit de column ook weggeveegd.
Besluit
Jaloezie, nijd en afgunst zijn wrede beestjes. Ook juridisch, trouwens. Twee maal nadenken over wat je schrijft (ook online), is geen verloren moeite. Dat hier sprake is van laster & eerroof, staat zonder meer vast. Dat Sofie hiervoor perfect zowel Elle België, als de columniste Amélie O. in rechte kan aanspreken, ook. Ondertussen heeft Amélie O. wel een ‘rechtzetting’ neergepend:
“Om te besluiten: zolang de niet-zo-heel-getalenteerde-bloggers maar niet de plaatsen opeisen van journalisten en redacteurs die echt professioneel met mode bezig zijn en een stem als een torenklok hebben dankzij een bestaand en gewaardeerd medium, heb ik tegen de überhobby van Maaike B., Heike C. en Sofie D. totaal, ik herhaal, in het geheel geen bezwaar. Zolang ze recht in hun schoenen staan, zonder fouten kunnen schrijven en zichzelf in de spiegel kunnen kijken zonder gêne en zonder make-up, is er niks aan de hand. Be merry, joyful and always fashionable.”
We zouden hier lang en uitgebreid kunnen over schrijven. Maar slechte smaak, wordt beter zo snel mogelijk vergeten.
Deze juridische column werd geschreven door Matthias Dobbelaere, partner bij deJuristen.