De Politie, voor één keer mijn vriend.

28 augustus 2014 | GDPR, Privacy

#

Deze blogpost is een opinie, en vertegenwoordigt niet noodzakelijk de mening van het kantoor.

Er is de laatste dagen veel te doen over de gefilmde agenten. Pro- en contra argumenten worden wild naar elkaar geslingerd. De voor- en tegenstanders zijn ook meestal makkelijk te voorspellen. Maar wat Willem Debeuckelaere, als voorzitter van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, neerpent in zijn opinie voor Knack/Datanews, gaat haar boekje mijn inziens ver te buiten.

 

Het mag duidelijk zijn dat ik als privacy-jurist niet hoog oploop met mijn filmende medemens of de huidige klikmaatschappij. Of dat nu gaat om licht agressieve BMW-rijders, ikflitsmeeacties, of filmende burgers, allemaal zijn ze in hetzelfde bedje ziek: het recht om privacy, één van de grondrechten in onze hoogtechnologische maatschappij, moet telkens wijken voor een moment van sensatie en aandachtszoekerij.

 

Grondrecht, afwegen of niet?

Een autistische toepassing van data protection negeert de maatschappelijke werkelijkheid te veel. Grondrechten moeten in hun samenhang en conflict beoordeeld worden en in functie van het maatschappelijk belang alsook de bescherming van de individuele persoon moet gezocht worden naar een afgewogen evenwicht. En dat is het spel van geven en nemen waarbij geen absolute voorrang geldt maar geval per geval moet beoordeeld worden. “

Bovenstaande argumentatie klinkt redelijk. De privacywetgeving is nu eenmaal streng, en die volgens de letter toepassen erg moeilijk in onze huidige maatschappelijke realiteit. Maar net omdat ‘het recht op privacy‘ een grondrecht is, moeten we die niet afwegen. We moeten dat recht niet in het spel van geven & nemen plaatsen. We moeten het recht toepassen. Of dat nu ‘autistisch’ is, of niet. Wanneer je raakt aan grondrechten, en wanneer je ideologisch akkoord gaat dat deze rechten ‘voor afweging’ vatbaar zijn, ligt de weg open voor een totale ontkenning van het grondrecht zelf.

Velen zullen mij hier een zwart-wit visie verwijten, of oogkleppen voor de actuele realiteit. Dat is dan jullie recht. De technologische ontwikkelingen zijn er inderdaad. Facebook, die stukje per stukje de privacy van zijn gebruikers beknot. Google Glass, dat je toelaat om alles te filmen zonder toestemming van de betrokkene. Dashboardcamera’s die ongevraagd alles vastleggen en bij het minste gebruikt wordt om de reputatie van bestuurders definitief te bezoedelen. Moet kunnen, want we leven toch in een veranderde maatschappij?

Ik denk het niet. Ik weiger te accepteren dat technologiefabrikanten en een handvol intelligente ondernemers het privacybegrip mogen veranderen. De technologie mag er dan wel zijn, het is aan de individuele gebruiker om zich naar de regels en grondrechten te schikken die democratisch en na vaak tergend lang discussiëren zijn opgesteld. Het is niet omdat de wapenfabrikant wapens verkoopt, dat je zomaar iemand mag neerschieten in de straat. Het is niet omdat je die nieuwste smartphone in je handen hebt, dat je zomaar alles mag vastleggen én verspreiden.

 

Waar Willem dwaalt

Maar waar Willem pas écht de bal mislaat, is bij de volgende zinsnede:

En voor de politie geldt dan toch ook nog dat zij een belangrijk maatschappelijk instituut is, dat over een monopolie beschikt dat de burger niet heeft: het gebruik van dwang en geweld. Dat daarop nauwlettend wordt toegezien door de autoriteiten, justitie, de media en de burger lijkt mij niet alleen noodzakelijk maar ook broodnodig. We hebben een degelijke slagkrachtige politie en justitie nodig. Maar ‘doorslaan’ kan niet geaccepteerd worden. Daarom is voor mij de keuze snel gemaakt. Ja, politie zal er moeten mee leren leven dat de burger haar optreden controleert. En dat kan ook het opnemen, filmen en ook verspreiden van informatie inhouden. Dat dit dan vervelend kan zijn en irritatie kan opwekken weze dan zo maar. Van elke macht, ook van politie, kan en moet verantwoording voor haar doen en laten afgelegd worden. Snoer die wakkere burger dus de mond niet. Pak zijn camera niet af. 

Neen Willem. Echt niet. Dat een burger zijn camera gebruikt om wantoestanden bij mensen met een publieke functie aan te klagen, tot daar. Uiteindelijk worden die beelden ook tegen burgers gebruikt, als de politie ze op de kop kan tikken. Waarom dus niet. Maar dat die beelden ook een verspreiding mogen kennen, lijkt mij een paar bruggen te ver te gaan. Verspreiding op sociale media zoals Facebook, Twitter of andere, is er niet in de eerste plaats op gericht een wellicht uitzonderlijke situatie aan te kaarten, maar wel daar vooral zelf aandacht voor te krijgen. En dat is niet oké. Aandacht zoeken op kap van herkenbare personen, zelfs al in uitoefening van hun functie, is niet alleen moreel verwerpelijk, maar brengt evengoed onomkeerbare schade toe aan de persoon in kwestie.

Het politieapparaat op zichzelf aanvallen, daar zullen weinigen tegen zijn. Maar individuele agenten, hoe gefrustreerd ze ook mogen blijken in een enkel filmpje, dienen niet tentoongesteld worden op sociale media. Een filmpje van individuele agenten moet naar Comité P opgestuurd worden. En daar eindigt het verhaal. Het is jammer om te zien, hoe een voorzitter van een gerenommeerde instelling gericht op de bescherming van de privacy, meegaat in een geval van massahysterie. Het is een stap terug in tijden waar privacy online én offline zwaar onder druk staat.

 

Het leven als likewave

Het is een zorgwekkende evolutie. Likewaves en likebombs overspoelen Facebook, in het buitenland nog veel meer dan hier. Hoe meer likes, hoe beter voor je zelfvertrouwen. De selfie-rage is daar een mooi voorbeeld van. Maar men doet maar. Aandacht zoeken (en krijgen) is niet nieuw, en sociale media maakt het proces alleen maar schrikwekkend makkelijker. Maar aandacht zoeken op de reputatie en welzijn van een ander individu, daar begint het echte probleem voor mij. Ik geloof best dat er af en toe iets schort aan ons politieapparaat. Ik ben de laatste om de politieman als mijn boezemvriend aan te duiden. Maar ik zal nooit mijn zelfvertrouwen proberen opkrikken door een individuele politieagent op sociale media te kijken te zetten. En ik hoop van u hetzelfde.

 

Deze column werd geschreven door Matthias Dobbelaere-Welvaert, partner bij deJuristen.

 

 

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance