Het open internet op slot? De netneutraliteit onder druk.

07 december 2017 | e-Compliance

leestijd: circa 5 minuten.

7/12/2017

Het internet is niet meer weg te denken uit de manier waarop we media consumeren. Wie de actualiteit wil volgen, checkt al snel enkele nieuwswebsites. De favoriete aflevering van een serie vinden we steevast terug op Netflix. We rekenen erop dat al deze content ons op een even snelle manier bereikt, zonder dat een bedrijf of overheid ons hier enigszins in beperkt. Een e-mail van je moeder wordt op een gelijkaardige manier behandeld als die website waarop je je kleren koopt. Dit concept noemen we de netneutraliteit en het wordt al snel beschouwd als een verworven recht. Recente ontwikkelingen in de Verenigde Staten zetten dit principe echter onder druk.

Iedereen gelijk voor de wet

Netneutraliteit betreft de vraag of internetproviders bepaalde stukken inhoud voorrang mogen geven of niet. Bij een volledige netneutraliteit zal men dezelfde internetsnelheid kunnen verwachten bij het verkrijgen van alle content, ongeacht de bron. Dit principe zorgt er bijvoorbeeld voor dat Proximus geen overeenkomst met Facebook kan sluiten waardoor de gegevens van die laatste sneller de klant bereiken.

In België wordt de netneutraliteit sinds 2015 geregeld door dezelfde Europese verordening die het gratis roamingverkeer binnen de EU verzekert. Daarin staat dat dat elk brokje data zonder discriminatie en beperking moet worden behandeld. Het beperken van internetverkeer door een provider omwille van commerciële redenen is in Europa dus onmogelijk.

In 2010 werd in de Verenigde Staten door de FCC eenzelfde regelgeving uitgevaardigd met het oog op het verzekeren van de netneutraliteit. Internetproviders ontkwamen echter aan de strikste regulering, omdat ze volgens het U.S. Court of Appeal niet onder de definitie van common carrier vielen. Pas vanaf 2015, met het uitvaardigen van de Open Internet Order, werd een echte netneutraliteit in het leven geroepen.

En toen was daar: Trump

Met de komst van Donald Trump onderging het mediabeleid van de Verenigde Staten serieuze veranderingen. Zo werd de voorzitter van de FCC vervangen door Ajit Varadaraj Pai, een Amerikaans advocaat en de eerste American-Indian in een topfunctie. Hij heeft echter geen onbewogen verleden: als raadsman vertegenwoordigde hij eerder de grote internetprovider Verizon.

De kersverse voorzitter bekritiseerde al snel de strikte regulering en stelde in november voor om de Open Internet Order terug te draaien. Hierdoor zouden internetproviders, zoals Verizon, niet meer onder regelgeving rond netneutraliteit vallen. Deze deregulering zou er volgens Pai toe leiden dat de technologische vooruitgang niet meer wordt belemmerd door al te strenge regels. Aangezien een meerderheid van de commissie heeft zich reeds positief over het voorstel heeft uitgelaten, is het einde van de netneutraliteit in zicht. De definitieve stemming volgt op 14 december.

Internetsnelwegen en websitepaketten

Wat kunnen dan zoal de gevolgen zijn van het wegvallen van de netneutraliteit? Ten eerste zal het voor de providers mogelijk worden om “internetsnelwegen” voorzien. Hierdoor wordt de snelheid van sommige websites beperkt ten voordele van andere websites. In dat geval zullen ondernemingen moeten betalen om bereikbaar te zijn. Concreet betekent dit dat kleinere bedrijven en startups met beperkte middelen niet dezelfde rechten zullen genieten als de grote. Een nieuw initiatief dat wil concurreren met pakweg Netflix, zal op deze manier moeilijk van de grond raken.

Ten tweede is het ook mogelijk dat internetproviders verschillende websitepaketten zullen aanbieden. Iemand die een standaardbedrag betaalt zou dan slechts toegang krijgen tot enkele websites, terwijl een andere gebruiker met een premium-membership het hele wereldwijde web zal kunnen bezoeken. Dit wil ook zeggen dat de internetprovider bepaalt welke websites de consument kan bezoeken en welke niet, zonder dat hierop enige controle bestaat.

Deze problematiek komt op pijnlijke wijze aan de oppervlakte als men even kijkt naar de aandeelhouders van de grote Amerikaanse mediabedrijven. Verizon en Fox News hebben twee zaken gemeen: enerzijds functioneren ze in dezelfde sector, en anderzijds zijn ze in handen van dezelfde grote firma’s. Door het wegvallen van de netneutraliteit wordt het mogelijk dat de klanten van Verizon kunnen kijken naar zeer kwalitatieve filmpjes van Fox News, maar niet naar die van een concurrerende nieuwsmaatschappij. Voor de aandeelhoudende bedrijven is dit goed: zij zullen van een groter winstaandeel kunnen genieten. Voor de consument is het plaatje echter veel minder rooskleurig: de concurrentie wordt vervalst en de persvrijheid wordt beperkt.

Conclusie

De Amerikaanse overheid wil de netneutraliteit beperken om de vrije markt en  de technologische vooruitgang te vrijwaren. Maar als ze dit doet, bereikt ze het tegenovergestelde resultaat. Grote bedrijven zullen hun machtspositie kunnen behouden ten koste van kleine bedrijven. Voor diezelfde ondernemingen wordt het bovendien mogelijk om het gedrag van de consument te sturen. De sluiting van het open internet heeft niet alleen gevolgen op economisch vlak, want ook de rechtstaat wordt geraakt. Een moderne democratische maatschappij kan immers enkel functioneren indien de persvrijheid wordt gewaarborgd. We zijn duidelijk beter af in Europa.

Geschreven door Benjamin Meeusen.

Onze diensten

Information Technology

Intellectuele Eigendom

Privacy

e-Compliance